Hierna wordt ingegaan op de verschillende algemene belastingen, bestemmingsbelastingen en retributies die de gemeente heft.
Begrote bedragen heffingen 2026 | |
Omschrijving | |
|---|---|
(bedragen x € 1.000) | (exclusief kwijtschelding) |
Afvalstoffenheffing | 6.723 |
BIZ | 186 |
Forensenbelasting | 386 |
Leges | 4.374 |
Lijkbezorgingsrechten | 579 |
Marktgelden | 60 |
Onroerende zaakbelasting niet woningen | 9.386 |
Onroerende zaakbelasting woningen | 7.808 |
Parkeerbelasting | 1.670 |
Reclamebelasting | 61 |
Rioolheffing | 9.093 |
Toeristenbelasting | 1.860 |
Inkomsten uit heffingen en belastingen als percentage van de totale gemeentelijke inkomsten: 19%
Algemene belastingen
Onroerende-zaakbelastingen
In de tariefstelling van de onroerende-zaakbelastingen moet rekening worden gehouden met de waardeontwikkeling van de WOZ-waarden. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de herwaardering van alle onroerende zaken waardoor in deze paragraaf nog niet kan worden aangeven met welk percentage de tarieven, uitgaande van een stijgende waarde, verlaagd worden om tot de gewenste opbrengst te komen. Bij het vaststellen van de belastingverordeningen voor 2026 is dit percentage bekend.
Vanaf 2018 wordt de compensatie OZB (dit betreft een subsidie) voor vrijwilligersorganisaties vermeld op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen. Hierdoor is het voor vrijwilligersorganisaties direct duidelijk wat er moet worden betaald aan OZB. Ook in 2026 vermelden we de compensatie OZB daarom op het aanslagbiljet. De compensatie bedraagt 50% van het aanslagbedrag OZB.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting wordt geheven door middel van een voorlopige aanslag in het betreffende belastingjaar en een definitieve aanslag na afloop van het belastingjaar. Dit betekent dat de definitieve aanslag over het belastingjaar 2025 wordt opgelegd in april 2026. Het aantal overnachtingen voor de toeristenbelasting is voor de begroting 2025 aangepast van 1.320.000 overnachtingen naar 1.450.000. Voor 2026 komen hier nog 100.000 overnachtingen bij. Hiermee is het uitgangspunt 1.550.000 overnachtingen.
Voor het tarief van de toeristenbelasting geldt op verzoek van de recreatieondernemers een meerjarige afspraak. Er is twee keer een periode van vier jaar geweest en deze loopt tot en met 2025. Dit betekent dat er een nieuw tarief vastgesteld moet worden. Er is een gesprek met de RECRON en een afvaardiging van de ondernemers geweest. De wens is weer een tarief die meerjarig geldt. Voorgesteld wordt om het tarief voor de toeristenbelasting, net als andere gemeentelijk belastingen, alleen met inflatie van de afgelopen jaren te verhogen. Hiermee komt het tarief op € 1,20 voor de komende vier jaar, van 2026 tot en met 2029.
Forensenbelasting
De forensenbelasting wordt geheven naar een vast bedrag. Het tarief wordt met het vastgestelde inflatiepercentage van 3,3% verhoogd en komt hiermee op € 258.
Parkeerbelasting
De parkeerbelasting wordt voldaan door kentekenparkeren (aanmelden van kenteken en betalen via parkeerautomaat), door gebruik te maken van belparkeren of door op een andere wijze te betalen voor het parkeren. Ook de betaalde vergoeding voor een parkeervergunning betreft parkeerbelasting. Als bij controle blijkt dat er geen parkeerbelasting is voldaan, volgt er een naheffingsaanslag.
Het bedrag voor de naheffingsaanslag is voor 1 januari 2026 vastgesteld op € 82. Om dit bedrag in rekening te mogen brengen, dient de gemeente per naheffingsaanslag ten minste dit bedrag aan kosten te maken. De begrootte kosten liggen hoger, daarom kan het wettelijk maximale tarief in rekening gebracht worden. Het kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt u aangeboden tegelijk met de verordeningen.
Het beleid voor parkeren in het centrum van Hardenberg is in 2019 geëvalueerd. In april 2021 is het nieuwe parkeerbeleid vastgesteld en op 8 december 2021 in werking getreden. Op dat moment was de slagboom apparatuur vervangen en het Parkeerrechtensysteem in werking. Inmiddels zijn ook de straatautomaten vervangen. Met de nieuwe parkeerregulering moet parkeren gemakkelijk en eenvoudig zijn en moeten de beschikbare parkeerplaatsen beter worden benut. Het doel van het parkeerbeleid is de juiste parkeerder op de juiste plek te krijgen. Het nieuwe beleid is in het najaar van 2024 geëvalueerd. Het college heeft uw raad aangegeven met een voorstel te zullen komen over tariefsaanpassingen, inclusief de keuzes voor indexaties.
Bestemmingsbelastingen
Het uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing en rioolheffing is 100% kostendekking. Om te voorkomen dat er jaarlijks grote schommelingen in het tarief nodig zijn om de gewenste kostendekking te kunnen realiseren, wordt om pieken in kosten op te vangen gewerkt met voorzieningen. In de tabellen in de bijlage (tabel 1 en tabel 2) ziet u de kostendekkingspercentages voor en na de onttrekking uit, of toevoeging aan de voorziening.
Afvalstoffenheffing
Met de afvalstoffenheffing bekostigt de gemeente de inzameling van het huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing wordt evenals de wettelijk plicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, geregeld in de Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing wordt vermeld op de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen. Op dit aanslagbiljet staan o.a. ook de rioolheffing en de OZB. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vastrecht en een variabel tarief. De hoogte van de aanslag is afhankelijk van het aantal aanbiedingen. Vanaf vorig jaar is er de mogelijkheid om ook een 20 literzak afval aan te bieden in een verzamelcontainer. Vanaf 2026 verdwijnt het lagere vast recht omdat gestapelde- /hoogbouw nu ook de mogelijkheid heeft om gft (gratis) gescheiden aan te bieden middels gedeelde inzamelvoorzieningen.
Op 2 juli 2024 is het Gemeentelijke Grondstoffenbeleidsplan (GGP) door uw Raad vastgesteld. Doelstelling van het GGP is minder restafval. Onderdeel hiervan is een prijsprikkel voor inwoners door in de afvalstoffenheffing toe te groeien naar een verhouding 70/30 voor het vast/variabel deel.
Omwille van stijgende kosten en een geleidelijke overgang wordt het vast recht verhoogd met alleen het inflatie. Het vast recht komt hiermee op € 181,81. De aanbiedingen van de containers stijgen iets meer. Een aanbieding van de 240 liter container stijgt van € 10,60 naar € 12,33.
Rioolheffing
In de Omgevingswet is vastgelegd dat de gemeente een wettelijke taak heeft voor de afvoer van afvalwater, de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd) en het zo veel mogelijk beperken van structureel nadelige gevolgen van grondwaterstanden. In de gemeentewet is vastgelegd dat de gemeente voor de dekking van deze kosten rioolheffing mag heffen.
In het programma Klimaat, Water en Biodiversiteit hebben we uitgewerkt hoe we deze taken invullen, welke financiële middelen hiervoor nodig zijn, en welke heffing nodig is om deze financiën te kunnen dekken (zie hiervoor ook het programma).
Daarnaast speelt het programma in op de veranderingen in het klimaat en de aanpassingen die we daarom aan ons water- en rioleringssysteem moeten uitvoeren.
De kosten en de inkomsten vanuit de heffing zijn niet elk jaar gelijk. Om deze verschillen te kunnen opvangen is er de ‘Voorziening Riolering’. Dit is een buffer waarbinnen eventuele verschillen tussen uitgaven en inkomsten kunnen worden opgevangen. Verder is deze buffer bedoeld voor het opvangen van onverwachte tegenvallers.
Het totale kostenplaatje rekenen we elk jaar door in het Kostendekkingsplan. Dit plan geeft inzicht in het meerjarig financieel perspectief. Bij de doorrekening voor de begroting 2026 bleek dat de omvang van de Voorziening Riolering een te sterk dalende trend vertoonde. Oorzaken hiervan zijn sterk stijgende onderhoudskosten (met name bij gemalen en drukriolering), en een aantal incidenten als gevolg van extreem natte periodes. Om deze trend om te buigen stellen we voor om de rioolheffing met 4,5% te laten stijgen in plaats van 3,3% die toegepast wordt op de tarieven. De rioolheffing wordt dan verhoogd van € 299 naar € 312,50 in plaats van € 309.
Bedrijven Investerings Zone (BIZ) en reclamebelasting
In het centrum van Hardenberg wordt een BIZ geheven. Deze is in 2021 weer voor vijf jaar vastgesteld en geldt tot en met 2026.
In het centrum van Dedemsvaart wordt vanaf 2022 een reclamebelasting geheven. Hiervoor was een meerjarenbeleidsplan opgesteld door de Handelsvereniging tot en met 2025. De Handelsvereniging heeft te kennen gegeven dat ze verder willen met de reclamebelasting vanaf 2026. Hiervoor is een nieuw meerjarenbeleidsplan opgesteld tot en met 2030.
Bij zowel de BIZ Hardenberg als de reclamebelasting Dedemsvaart wordt de belastingopbrengst uitgekeerd aan de door de ondernemers opgerichte uitvoeringsorganisatie.
Retributies
Bij de retributies wordt in sommige gevallen afgeweken van de wens om 100% kostendekkende tarieven te hanteren, omdat dit zou leiden tot onevenredig hoge tarieven. In de bijlage ziet u de kostendekkingspercentages van de retributies (tabel 3, 4 en 5).
Lijkbezorgingsrechten
De lijkbezorgingsrechten zijn retributies voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats. Naast een retributie voor de uitgifte van graven en urnenruimten, regelt de verordening ook de vergoeding voor het gebruik van gemeentelijke diensten in verband met de begraafplaats. De kostendekking van de lijkbezorging is 74%.
Marktgelden
Marktgeld is een retributie voor het innemen van een standplaats op de weekmarkt in Hardenberg of Dedemsvaart. De kostendekking van de marktgelden is 99%.
Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Veel van de retributies gaan over het aanvragen van vergunningen of documenten. Te denken valt aan omgevingsvergunningen of paspoorten. Maar ook activiteiten van het gemeentearchief kunnen in de legesverordening worden geregeld.
De inkomsten bouwleges onder de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, die recent in werking zijn getreden, kunnen nog niet goed worden ingeschat. Dit komt onder andere doordat de ‘Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’ nog niet volledig in werking is getreden en de vaste formatie voor de bouwvergunningverlening is afgestemd op een volledige inwerkingtreding van deze wet.
De ‘Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’ wordt in drie fasen ingevoerd. Er is nu slechts een deel van de eerste fase in werking getreden. Verdere inwerkingtreding is meerdere malen uitgesteld. Dit betekent dat er ook in 2026 formatie moet worden ingehuurd om de vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen te kunnen behandelen.
De totale legesverordening voor 2026 is 75% kostendekkend. Op basis van dit berekende percentage wordt onderbouwd dat de gemeente Hardenberg geen ‘winst’ maakt op de diensten en producten die zij aanbiedt. In de bijlage ziet u de kostendekkingspercentages in een tabel per hoofdstuk, paragraaf, en de totale legesverordening (Tabel 5).
