2.1 Ruimtelijk Hardenberg
In de Omgevingsvisie Landstad Hardenberg staat ons toekomstbeeld richting 2040. Daarin is beschreven hoe de streekfunctie van Hardenberg voor de regio Noordoost Overijssel en omliggende gemeenten verder wordt uitgebouwd. We zetten in de Omgevingsvisie in op een schaalsprong op het gebied van wonen en werken en een versterkt mobiliteitsaanbod. Daarbij werken we nauw samen met onze inwoners en ondernemers, provincie en regio om de doelen uit de Omgevingsvisie te realiseren. De opgaven zijn uitgewerkt in programma’s en uitvoeringsplannen voor o.a. woningbouw, economie en bedrijventerreinen, mobiliteit, landelijk gebied, vrijetijd en recreatie, landbouw, duurzaamheid en een groene en gezonde ruimtelijke ontwikkeling.
Wij zien dat de aard van de grotere ruimtelijke opgaven steeds meer verandert in de richting van integrale gebiedsontwikkeling. Daarbij neemt de omvang van de opgaven én de complexiteit toe, bijvoorbeeld door toename van het aantal beroepsprocedures, systeemtransities (mobiliteit, energie, economie, klimaat en gezondheid), concurrentie ruimtegebruik, hogere eisen aan kwaliteit leefomgeving, stikstofproblematiek, netcongestie, inflatie en hoge(re) bouwkosten. Programma’s en uitvoeringsplannen zullen aanknopingspunten moeten gaan bevatten om deze toenemende omvang en complexiteit van de gebiedsontwikkelingen beter te beheersen en de risico’s daarvan (waar mogelijk) te reduceren. Dit vraagt om versterking van onze gemeentelijke uitvoeringskracht en capaciteit. Het heeft ook budgettaire consequenties waarvan de omvang en aard (incidenteel/ structureel) nader wordt uitgewerkt.
Ondanks deze complexe context doen wij aan het geschetste eindperspectief geen concessies. Omdat hiermee het beste wordt bereikt voor onze samenleving en de regio. Of we moeten prioriteren in de ambities, het ambitieniveau en de wijze waarop we onze plannen wegzetten in de tijd, is afhankelijk van de keuzes die we als gemeente gaan maken. Voor de komende tijd onderscheiden we de volgende focuspunten voor onze transitie naar een krachtig streekcentrum, de ontwikkeling van onze kernen en de verwevenheid tussen beide.
