Algemeen

Inleiding

Begroting 2026
Gemeenten ontvangen vanaf 2026 structureel minder geld uit het gemeentefonds van de Rijksoverheid, de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten. Dit heeft te maken met de overgang van de oude naar de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds. Hierdoor komt de begroting meer onder druk te staan.

In deze begroting presenteren wij een structureel sluitend financieel beeld voor de jaren 2026 en 2027. Het zogenaamde ravijn jaar wordt zichtbaar in 2028. De jaren 2026 en 2027 worden door het Rijk gedempt door het beschikbaar stellen van eenmalige middelen, met name voor jeugdzorg.
We kiezen ervoor om voor de jaren na 2027 terughoudend te zijn met het opnemen van stelposten / taakstellingen om ook meerjarig sluitend te zijn. We vinden het belangrijk dat onze structurele inkomsten en uitgaven met elkaar in balans zijn. Onze opgaven zijn zeker niet minder geworden en we willen ook geen concessies doen aan onze ambities. Deze zijn opgenomen in onze Kansen en Investeringsagenda. Tegelijkertijd zien wij ook dat wanneer wij uitvoering willen blijven geven aan onze Kansen en Investeringsagenda wij financiële middelen moeten reserveren.
Effecten meicirculaire
De meicirculaire biedt gemeenten financiële verlichting voor de jaren 2026 en 2027, maar vormt geen structurele oplossing voor de disbalans tussen taken en middelen. De ramingsproblematiek (o.a. het financiële ravijn) is licht gedempt en doorgeschoven naar de jaren 2028 en verder. Keuzes – of het uitblijven daarvan – van het nu demissionaire kabinet op het gebied van onder andere uitvoeringskosten klimaatbeleid, inburgering, schuldenproblematiek en middelen voor beheer en onderhoud betekenen per saldo dat gemeenten op deze beleidsterreinen minder kunnen doen.

Het loon en prijsaccres gebruiken wij om de loon- en prijsstijgingen op te vangen. Het volume accres is bedoeld voor groei. Door de veranderende Rijkssystematiek om volume- en prijseffecten op te vangen - en de financiële gevolgen die dit voor gemeenten heeft - blijft dit uitdagend.
Jeugd
Vooruitlopend op het advies van de commissie van Ark hebben wij een stelpost (extra middelen jeugdzorg) opgenomen. Nu er aanvullende middelen beschikbaar komen, vervalt deze stelpost. De uitkomst van het rapport Van Ark bevestigt het beeld dat de middelen om de jeugdzorgkosten te dekken ontoereikend zijn. Het advies van de commissie Van Ark is om het budget 2025 e.v. te baseren op het budget 2024 en de helft van het tekort 2024. Het kabinet Schoof heeft dit voor de jaren 2025 tot en met 2027 grotendeels verwerkt, waarbij zij dit heeft opgesplitst in drie effecten:

  • tekorten voor rekening het Rijk, dit betreft de helft van het tekort 2024;
  • demping terugval gemeentefonds 2026, dit betreft m.n. het aandeel jeugd;
  • wijziging groeipad maatregelen Hervormingsagenda.

Het voorstel is om de eenmalige middelen voor groeipad maatregelen jeugd te reserveren en in te zetten om de komende twee jaren te werken aan de implementatie van de Hervormingsagenda Jeugd.
Wij hanteren het uitgangspunt dat de rijksmiddelen die voor jeugd beschikbaar komen in onze begroting worden gereserveerd voor jeugd.
Hervormingsagenda
Het totaalbedrag aan ombuigingen van de Hervormingsagenda is voor Hardenberg € 1,1 miljoen (zonder indexatie) Dit bedrag moet in 2028 zijn bereikt. In de meicirculaire heeft het Rijk extra besparingen op de middelen voor jeugdzorg opgenomen die vanaf 2028 ingaan.

  • structureel € 218.000 voor het sturen op verkorting van de trajectduur van jeugdhulp
  • structureel € 834.000 (prijspeil 2025) voor de invoering van een eigen bijdrage voor (de ouders van) gebruikers van jeugdhulp
  • structureel € 1.624.000 door indexatie van het oorspronkelijke bedrag van de ombuiging. Het kabinet heeft hiervoor de € 1,1 miljoen uit de hervormingsagenda geïndexeerd aan de hand van de ontwikkeling van de uitgaven aan jeugdzorg tussen 2019 en 2024.

Deze extra besparingen worden vanaf 2028 ook in mindering gebracht op het gemeentefonds. Er zijn op dit moment nog geen concrete plannen bekend als onderbouwing voor deze plannen. Het eindadvies van de commissie Van Ark over de toereikendheid van het budget jeugdhulp in het gemeentefonds en de voortgang en haalbaarheid van de hervormingen wordt van 2028 vervroegd naar (begin) 2027. In dat advies wordt weer gekeken naar de discrepantie tussen uitgaven en inkomsten in de jaren daarvoor en wordt een advies gegeven  over de bekostiging vanaf 2028.
Begrotingsadvies Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
Gezien de onzekerheden over de exacte invulling van de bovenstaande punten (jeugd) heeft de VNG opnieuw een begrotingsadvies uitgegeven. Zij stelt voor de begroting 2026 en 2027 sluitend te maken al dan niet met de mogelijkheid om een deel van de algemene reserve in te zetten.  

Er is een aantal aanvullende maatregelen gepresenteerd in de Voorjaarsnota, waaronder de eigen bijdrage en het sturen op de trajectduur. De toezichthouder heeft aangegeven dat zij toestaan dat gemeenten deze maatregelen budgetneutraal (korting versus besparing/inkomsten) opnemen, bijvoorbeeld door middel van een stelpost (“Besparing trajectduur” en “Inkomsten eigen bijdrage”). Het Rijk is verantwoordelijk voor tijdige invoering van wet- en regelgeving. Bij uitstel of afstel van wet- en regelgeving geldt dat dit voor rekening en risico Rijk is.
Eigen bijdrage WMO
Het (demissionaire) kabinet is van plan om het abonnementstarief dat nu geldt voor een aantal voorzieningen binnen de WMO 2025 te vervangen door een inkomensafhankelijke bijdrage. Het Rijk verwacht dat de invoering van de eigen bijdrage de stijging van het gebruik van Wmo-voorzieningen doet afnemen. Het moment van invoering verschuift naar 1 januari 2027.

Taakstelling Reëel begroten in samenhang met K&I agenda
De structurele begrotingsruimte staat na 2028 onder druk. Er is onvoldoende begrotingsruimte om zowel het reguliere beleid uit te voeren als alle ambities waar te maken. Om deze reden is vorig jaar vanaf 2026 als bate een stelpost reëel begroten ingeboekt ten bedrage van € 3,5 miljoen per jaar. De organisatie is gestart met het proces ‘Reëel Begroten’ met als doel de inkomsten en uitgaven zo realistisch mogelijk te ramen. De eerste stappen zijn hierin gezet. Zo is in het kader van reëel begroten de perspectiefnota ingezet om de Kansen en Investeringsagenda te actualiseren en op basis van nieuwe inzichten te herrekenen. Het opnieuw doorlichten van de investeringen heeft geresulteerd in een realistischer tijdspad. Bij de perspectiefnota zijn diverse werkwijzen onderzocht met betrekking tot het dekken van investeringen. Door het toepassen van een andere werkwijze kunnen investeringen in aanmerking komen voor dekking uit incidentele middelen.

Door goed naar de planning te kijken, investeringen waar mogelijk met incidentele middelen te dekken en onderzoeks- of voorbereidingskredieten op te nemen voor investeringen die qua uitvoering worden doorgeschoven, worden de totale kapitaallasten van de kansen- en investeringsagenda voor het jaar 2029 verlaagd van € 6,5 miljoen naar € 2,4 miljoen. Dit betekent dat de stelpost Reëel begroten in 2029 wordt gerealiseerd.

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2025 12:03:03 met de export van 11/12/2025 11:59:17