Om onverwachte tegenvallers op te kunnen vangen, is het belangrijk dat de gemeente voldoende weerstandscapaciteit heeft. Om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen zijn de risico’s zorgvuldig in kaart gebracht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en de impact als het risico werkelijkheid wordt. Samen leiden deze twee factoren tot een wegingsfactor. Deze wegingsfactor bepaalt voor welk deel een risico meetelt bij het berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit. Deze wordt uitgedrukt in drie niveaus: klein 25% (groen), gemiddeld 50% (oranje) en groot 75% (rood).

Het is niet waarschijnlijk dat alle risico’s tegelijk en volledig optreden. Daarom wordt bij het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit uitgegaan van een norm die in Nederland vaak wordt gebruikt: de risico’s moeten in 90% van de gevallen kunnen worden opgevangen. In het huidige risicoprofiel komt dat neer op afgerond € 18,6. De benodigde weerstandscapaciteit bedroeg ten tijde van de perspectiefnota € 16,5 miljoen. De benodigde weerstandscapaciteit is met € 1,9 miljoen gestegen ten opzichte van het vorige meetmoment. Dit komt vooral doordat in deze berekening ook de financiële risico’s uit de perspectiefnota zijn meegenomen en omdat het risico rond onze civiele kunstwerken en constructies verzwaard is.
Voor het risicoprofiel zijn in totaal 39 risico’s in kaart gebracht. Vijf daarvan vallen in de rode categorie. Dit zijn risico’s waarvan de kans groter is dan 50% dat ze optreden en die duidelijke gevolgen kunnen hebben:
- Tegenvallende uitkering gemeentefonds
De gemeente is financieel sterk afhankelijk van het gemeentefonds, dat een aanzienlijk deel van de inkomsten vormt. Wijzigingen in de verdeelsystematiek of herijking van het fonds kunnen leiden tot lagere uitkeringen, zonder dat daar direct invloed op uit te oefenen is. De komst van een nieuw kabinet kan bovendien leiden tot aanpassingen in het gemeentelijk takenpakket of in de financieringssystematiek, met gevolgen voor de omvang en voorspelbaarheid van de uitkering (trap op trap af systematiek). Wanneer de uitkering lager uitvalt dan verwacht, kan dit een direct beroep doen op het weerstandsvermogen van de gemeente. In de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is rekening gehouden met een maximaal risico van afgerond € 1 miljoen en een wegingsfactor van 75%. - Kwaliteit civiele kunstwerken
Voor de gemeente Hardenberg is het risico rondom civiele kunstwerken urgent vanwege de cruciale rol die bruggen, viaducten en kademuren spelen in de bereikbaarheid van kernen en het functioneren van de lokale infrastructuur. Veel van deze kunstwerken zijn tientallen jaren oud en onderhevig aan slijtage door weersinvloeden, intensief gebruik en toenemende verkeersbelasting. Bij uitval of schade kan dit leiden tot ernstige verkeershinder, veiligheidsrisico’s voor weggebruikers en verstoring van hulpdiensten en economische activiteit. Aangezien Hardenberg meerdere buitengebieden en waterwegen kent, is een goede staat van deze voorzieningen essentieel voor de mobiliteit en leefbaarheid. Daarom vraagt het beheer en onderhoud van civiele kunstwerken om blijvende aandacht en investeringen, om onverwachte schade en daarmee een beroep op het weerstandsvermogen te voorkomen. In de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is rekening gehouden met een maximaal risico van afgerond € 6 miljoen en een wegingsfactor van 75%. - Financiële impact openeinderegeling: Jeugdzorg
De open einde regeling in de jeugdzorg vormt een financieel risico vanwege de onvoorspelbaarheid van de uitgaven. De gemeente is verplicht om zorg te leveren, ongeacht het beschikbare budget, wat kan leiden tot overschrijdingen. Bovendien zijn landelijke ontwikkelingen en wachtlijsten van invloed, zonder dat de gemeente daar directe sturing op heeft. Hoewel er gestuurd wordt op toegang en inkoop, blijft het risico bestaan dat de kosten hoger uitvallen dan begroot. In de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is rekening gehouden met een maximaal risico van afgerond € 3 miljoen en een wegingsfactor van 75%. - Financiële impact openeinderegeling: Participatiewet inkomensdeel (BUIG)
De open einde regeling van de BUIG (Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) houdt in dat gemeenten verplicht zijn bijstandsuitkeringen te verstrekken, ongeacht het beschikbare budget. Dit brengt het risico met zich mee dat bij een stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden de uitgaven het begrote BUIG-budget overschrijden. De gemeente moet deze tekorten zelf opvangen, wat druk zet op het weerstandsvermogen. In de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is rekening gehouden met een maximaal risico van afgerond € 1 miljoen en een wegingsfactor van 75%. - Financiële impact openeinderegeling: WMO verstrekkingen
De open einde regeling binnen de Wmo brengt het risico met zich mee dat de uitgaven voor ondersteuning stijgen zonder dat het beschikbare budget gelimiteerd is. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om passende ondersteuning te bieden, wat kan leiden tot overschrijding van het begrote Wmo-budget. Hoewel wordt gestuurd op toegang, indicatiestelling en inkoop, blijft het risico op budgetoverschrijding reëel. In de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is rekening gehouden met een maximaal risico van afgerond € 0,5 miljoen en een wegingsfactor van 75%.
