Het college geeft ieder jaar een rechtmatigheidsverantwoording af. In deze verantwoording staat of de inkomsten, uitgaven en veranderingen op de balans (helemaal, gedeeltelijk of niet) voldoen aan de regels. Die regels zijn gebaseerd op kaders die de gemeenteraad heeft vastgesteld, zoals deze begroting, de financiële verordening en het normenkader. Ook zijn er landelijke regels uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Bij de beoordeling van rechtmatigheid zijn drie dingen belangrijk:
- Het begrotingscriterium – Is het geld uitgegeven binnen de afgesproken budgetten?
- Het voorwaardencriterium – Zijn de juiste procedures en voorwaarden gevolgd?
- Het misbruik- en oneigenlijk gebruikcriterium – Is voorkomen dat er misbruik is gemaakt van gemeenschapsgeld of eigendommen?
Om de rechtmatigheid goed te kunnen beoordelen, is het belangrijk dat we onze organisatie goed op orde hebben en grip hebben op onze processen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is het Three Lines model. Dit model helpt ons om duidelijk te maken wie waarvoor verantwoordelijk is. Het zorgt ook voor goede samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de organisatie en geeft inzicht in hoe goed wij risico’s beheersen.
De mensen in de uitvoering (eerste lijn) zijn zelf verantwoordelijk voor hun werkprocessen. Zij worden geholpen door collega’s die adviseren, controleren en coördineren (tweede lijn). Tot slot is er een onafhankelijke controle (derde lijn), die een eerlijk oordeel geeft over hoe goed de organisatie functioneert. Door deze manier van werken te koppelen aan onze bestaande planning- en controlcyclus krijgen we beter zicht op de kwaliteit van onze processen. Zo kunnen we tijdig bijsturen als dat nodig is en sturen op het naleven van regels.
De uitkomsten van het rechtmatigheidsonderzoek worden toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in het jaarverslag over 2026. Zo zorgen we voor duidelijkheid en openheid .
